woensdag 23 september 2015

Finale in Vegas



Voor de maandag stond oorspronkelijk Red Rock Canyon NCA op het programma, maar doordat we allebei toe waren aan een simpel dagje, besloten we het een dag op te schuiven. In plaats daarvan hebben we een kort bezoekje aan de Albertson en de Ross gebracht. Daarna zijn we op pad gegaan richting het zwembad. We zoeken een plekje in de schaduw en leggen daar onze handdoeken neer. Het water blijkt ijs- en ijskoud, maar stiekem is dat juist hartstikke lekker. We dobberen wat rond en gaan dan liggen om op te drogen. Dat duurt niet lang hier. De rest van de middag chillen we op de hotelkamer. We liggen op bed, roken een peukie, drinken een borrel en kijken tv. Dat is pas echt relaxed vakantie vieren!

Ik had nog één reward over om te incasseren en we besloten weer voor het dinerbuffet te gaan. Dit keer lagen er weer allemaal andere lekkere dingen en het was weer moeilijk kiezen. Ik kreeg een paar waarschuwende blikken van mijn liefdevolle overkant en ben dus iets minder vaak mijn bord gaan vullen. Gelukkig geen buikpijn dit keer. We beginnen al aardig gewend te raken aan het vakantieritme; gingen we een paar dagen geleden nog steevast voor acht uur naar bed, nu kunnen we de slaap veel minder goed vatten. We kijken uitgebreid televisie en het licht gaat pas laat uit.

Sander's laatste reward hadden we voor de dinsdagochtend bewaard: een ontbijtbuffet voor twee. Weer in hetzelfde restaurant als de voorgaande avonden, maar dit keer was er de wereld aan wafels, pancakes, cookies, eggs en whatnot. We hadden echt allebei moeite om niet te veel te nemen. Dat is dan ook jammerlijk mislukt.


Met overvolle magen checkten we uit en gingen we op pad naar Red Rock Canyon. We hebben nog even getwijfeld om het helemaal over te slaan, maar op onze kamer hingen allemaal afbeeldingen ervan. Het zag er zo mooi uit, we moesten het gewoon gaan zien. Het is een ritje van 7 minuten, dus tijd om in slaap te vallen is er niet bij. In tegenstelling tot alle andere ritten, waarbij ik na een half uurtje steevast begon te geeuwen...



We besluiten de wandeling naar de Calico Tanks te gaan doen. Het is een moderate hike, van ongeveer 2 mile heen en terug. We gaan op pad, ik vergeet uiteraard mijn stokken en loop daarvoor nog even terug naar de auto. Nadat we de parkeerplaats achter ons hebben gelaten, komen we erachter dat ik ook mijn hoed ben vergeten, maar "Ach," denken wij, "het zal wel niet zo warm zijn". We lopen door en volgen braaf de bordjes. Op een gegeven moment komen we om een hoekie en zien we op een rots boven het pad een hond staan. Helemaal alleen. Het beestje kwispelt wel, maar hijgt ook enorm. We proberen contact te maken met haar en speuren intussen de omgeving af naar haar baasje. Die in geen velden of wegen te bekennen is. Er passeren wat andere wandelaars en ook zij kennen het beestje niet. Samen met een andere man beklimt San de rots om de hond naar beneden te begeleiden. Dat gaat niet zo gemakkelijk als het klinkt, want de rotsen zijn soms spekglad en erg steil. Als ze eindelijk beneden zijn, proberen we de hond wat te laten drinken maar daar heeft ze geen sjoege aan. Het andere stel was al op de terugweg, dus zij nemen de hond mee naar de parking. Hopelijk vinden ze daar het baasje.

Ietwat ongemakkelijk lopen wij weer door; aan de ene kant omdat ons hoofd nog bij de hond is en aan de andere kant omdat het grintpad is overgegaan in een zandpad. Het zandpad gaat op haar beurt weer over in een rotspad en we klauteren, af en toe zelfs op handen en knieën, ons een weg verder de canyon in. We nemen flink wat rustpauzes en kletsen dan steeds met andere wandelaars. Op een gegeven moment wordt de route, ik noem het bewust geen pad meer, zo onbegaanbaar, dat we besluiten terug te gaan. Het is jammer dat we de tanks daardoor niet zien, maar we betwijfelen eerlijk gezegd of er in deze tijd van het jaar wel water in zal staan. Omdat we ook nergens meer routebordjes zien, zijn we misschien al lang door de tanks geklommen? We keren om en klauteren weer naar de parkeerplaats. We hebben deze wandeling eindelijk eens genoeg water meegenomen en daar maken we dankbaar gebruik van, want het is intussen bloedheet geworden.




Op de parkeerplaats is geen spoor te bekennen van de hond en haar redders, dus we gaan ervan uit dat er een hereniging heeft plaatsgevonden. Gelukkig maar. Wij gooien onze wandelschoenen uit en rijden op ons gemak de rest van de scenic drive. We zien nog wat wilde burros, een konijn en een hele kolonie eekhoorntjes. 




En dan wordt het toch echt tijd om de drukte van de Strip op te gaan zoeken. We stellen de tomtom in op de mirage en rijden zonder oponthoud, hoe ongelofelijk ook, zo de parking in. Bij het inchecken hebben we ook mazzel, er is maar 1 wachtende voor ons. We krijgen een kamer op de zesde verdieping met gedeeltelijk uitzicht op de strip. De kamer ziet er prima uit, alleen de badkamer valt wat tegen. Maar goed, ook deze overnachting is gratuit, dus wij klagen nie.


In de middag wagen we een gokje. Ook gratis, want hiervoor wisselden we onze laatste Mlife-rewards in. We maken zo waar wat winst en gaan daarna lekker naar het zwembad. Daar vermaken we ons de rest van de middag. Cocktailtje erbij. Heerlijk.


Voor het diner lopen we de Strip op, maar daar komt de drukte te hard bij mij binnen. We gaan weer snel naar de Mirage, vragen in de BLT om een private table en komen uit in het verdomhoekje. Ieder ander zou hier van balen, maar wij vinden het heerlijk. Een klein rustpunt in de drukte. Na het eten gaan we nog even bij de pokermachine zitten en dit keer sluiten we af met nog meer winst.

We beginnen de woensdag met een uitgebreid ontbijtbuffet in The Mirage. Het ziet er allemaal prima uit, maar er is duidelijk minder keus dan bij de Red Rock. Toch genieten we, want ook dit is... juist ja... gratis! Na het ontbijt buiken we wat uit op de kamer en dan is het echt tijd om de Strip weer op te gaan. We kopen buskaartjes en laten ons naar Freemont Street rijden. Vijf jaar geleden was hier een tentje dat ... verkocht en dat willen we kado geven aan 'iemand'. We lopen Freemont Street op en af, maar helaas, het tentje is er niet meer. In een winkel vragen we advies en we krijgen te horen dat we naar de Outlets North moeten. San stelt voor te gaan lopen, het is maar anderhalve mijl, maar we pakken toch de bus. Na wat een eeuwigheid lijkt, komen we eindelijk aan. Deze Outlet is niet overdekt, zoals die aan de zuidkant van de Strip, en het is bloedje heet. Gelukkig vinden we snel de winkel die we hebben moeten. We kopen de ... en lopen dan weer terug naar de bushalte. Wij zijn niet van die shoppers. Wel struinen we nog wat in de DisneyStore en daar vinden we een souvenir voor onszelf. Al jaren zoek ik naar een knabbel en babbel voor in de kerstboom en hier hangen ze zowaar!



 
De bus terug is stampensvol en de airco blijkt kapot. Druipend stappen we uit en zien dan dat we een halte te ver zijn. We moeten dat hele end terug sjouwen. Iedere keer als we de kans krijgen sneaken we een hotel in, lekker aircolucht happen. De meeste hebben meerdere ingangen, dus we kunnen redelijk koel terug lopen. Eenmaal op de hotelkamer zijn we kapot.

Na een lekkere koude borrel begin ik aan het verslag en haalt San de auto leeg. Vanavond hebben we nog een dinerbuffet in het vooruitzicht en daarna is het inpakken, slapen en wegwezen. Het zit er dus bijna op voor ons. Maar wat hebben we weer een mooie reis gehad! Het zal voorlopig de laatste zijn, want er liggen wat andere prioriteiten te wachten, maar mochten we nog eens deze kant op gaan, dan toch zeker weer met een camper. Want dat hebben we wel gemist. Het relaxte gevoel van bij je campertje zitten. Hoogtepunt voor ons was Olympic NP, voornamelijk vanwege de overgangen in de natuur. Ook de sneeuw in Lassen vergeten we niet snel. En als laatste Death Valley, zo groots als dat is. We vonden het allebei weer een feest om het blog bij te houden. We doen het voornamelijk voor onszelf, als herinnering, maar genieten en gloeien soms bij het lezen van alle opmerkingen. Dank daarvoor!




maandag 21 september 2015

Afzien in de woestijn



In de Creekside Inn in Bishop hebben we voor het eerst een echt ontbijtbuffet. Mag ook eigenlijk wel voor die prijs; het heeft ons heel wat hoofdpijn bezorgd om te bedenken hoe we voor dit weekend binnen ons hotelbudget konden blijven. Conclusie was dat dat gewoon niet zou gaan. En als je dan toch de hoofdprijs betaald, wil je ook in het beste hotel verblijven. Vandaar dat het de Creekside Inn is geworden. De kamer is enorm. We hebben een heerlijk luie fauteuil met een poef ervoor. Helaas maar één, dus we genieten omstebeurt.


Voor de ochtend van deze vrijdag hadden we de Alabama Hills gepland staan. We rijden eerst naar het Visitor Center in Lone Pine. Daar halen we een routekaartje en kijken we wat rond. Er staat een groot waarschuwingsbord over Death Valley; er wordt vanwege de hitte afgeraden te hiken daar. Voor ons reden te meer om nu een wandeling in de Alabama Hills te maken. Hier is het ietsje minder warm, slechts 35°C...

In de Alabama Hills zijn veel films opgenomen. Wij kennen ze geen van alle, dus alle filmgerelateerde plekken van de route slaan we over. Mooiste punt voor ons is de Mobius Arch. We kunnen nergens vinden hoe lang deze hike is, maar we gokken het er gewoon op en gaan op pad. Al heel snel hebben we uitzicht op een hartvormige hole-in-the-rock. Dit zal de arch toch niet zijn? We lopen stug door, rots op, rots af en steeds een ander uitzicht. En dan opeens zien we de Mobius Arch. Wij blij, want de rotsen eromheen geven een stukje broodnodige schaduw. We komen even bij en drinken wat water en beginnen dan aan de rest van de loop. Het laatste stuk is rotsenloos en nog behoorlijk stijl. Met de volle zon op ons bolletje is dat best wel heavy. 









  
Wat is het dan lekker om airco in de auto te hebben! Binnen vijf minuten zijn we weer op temperatuur en rijden we naar het volgende doel: Death Valley. Het is onbegonnen werk om te proberen dit park te beschrijven. Het is ontzagwekkend groot, schandalig heet en onverklaarbaar eenzaam. 
 
We hebben voor de eerste middag een paar bezienswaardigheden gepland staan, maar omdat het wandelen stellig wordt afgeraden, komen we niet verder dan de viewpoints en de parking. Bij een souvenir-winkeltje vind ik eindelijk een hoed die ik pas én die ik mooi vind. Hij is schrikbarend duur, maar San praat net zo lang op me in totdat ik hem ga afrekenen. Afzien hoor, zo'n lieve man...


Vrij vroeg in de middag komen we aan bij de Furnace Creek Ranch. Ook dit hotelbezoek valt in een weekend en we hebben hier echt de hoofdprijs voor betaald. We hadden daardoor toch best een hoge verwachting. Waarschijnlijk dat het daardoor behoorlijk tegen viel. Onze kamer lag in een gebouw helemaal achteraan op het terrein. Een 'ouwe treipe troep' was het. Zowel van buiten als van binnen. Onder de douche moest je springen om een druppel te kunnen vangen. Het zal ongetwijfeld ook aan de warmte hebben gelegen, maar wij waren op zijn zachtst gezegd niet blij. Er was geen magnetron en aangezien we het intussen vertikten om deze onderneming nog meer geld toe te stoppen, besloten we als avondeten maar een flinke borrel en een zak chips weg te werken. Daarna vroeg naar bed, zodat we zo vroeg mogelijk weer weg zouden kunnen. Helaas waren onze medehotelgasten iets langer wakker en we lagen nog zeker een uur naar slaande deuren te luisteren.

De hoogtepunten van Death Valley hadden we voor de tweede dag bewaard en vol goede moed gingen we zondag op pad. Eerste stop was Devil's Golf Course. Een groot gebied op de valleibodem met haliet-afzettingen. We stonden helemaal alleen op deze plek en konden het knisperen van de grond horen. Echt bizar.

Hierna reden we door naar Badwater Basin. Dit is het allerlaagste punt van Amerika en er staat zelfs nog wat water in. Op een aangrenzende rotswand prijkt een bordje dat het zeeniveau aangeeft. Zo diep zijn we nog nooit geweest, zelfs niet bij het duiken!




We rijden op de terugweg de Artist's Drive; een zijweg van de doorgaande weg. Het is éénrichting en dat is maar goed ook, want de vele bochten ontnemen elk zicht op de weg. San loopt nog tegen een heuvel op in de hoop een mooi uitzicht te krijgen, maar helaas valt het iets tegen. Bij het hoogtepunt van de scenic drive, de Artist's Palette, houden we wat langer pauze en we kijken onze ogen uit naar de vele kleuren die de rotsen hier vertonen.







Als we weer bij Furnace Creek aankomen, slaan we rechtsaf en rijden we naar Zabriskie Point en daar gaat San in de herkansing voor het uitzicht. Ik blijf zwakjes beneden staan, ik ben stiekem wel uitgewandeld. San wordt beloond voor zijn inspanning en kijkt uit over wat wij de fluwelen rotsen noemen. We zagen die vanaf de andere kant al een paar keer voorbij komen en nu keek hij er dus bovenop.


Laatste stop is Dantes View. Hier hebben we het laatste uitzicht over de diepe vallei. We zien Badwater Basin van bovenaf en nemen dan afscheid van Death Valley. Wij vinden het meer een rij-kijk-park dan een doe-park, maar daar speelt de temperatuur zeker in mee.



Als we bij het hotel van de nacht aankomen, krijgen we een grote schrik. Het dorp Death Valley Junction bestaat uit vier vervallen gebouwen en een hotel. Nergens eten te krijgen of wat dan ook te doen. 

No way dat we hier gaan overnachten. Zeker omdat het nog heel vroeg in de middag is. We besluiten door te rijden naar Las Vegas en te kijken of het Red Rock Resort ons een dag eerder wil ontvangen. Dat willen ze uiteraard! Helaas kan ik geen MyVegas reward gebruiken voor deze nacht, dus we zullen moeten dokken. De derde dure nacht op rij dus. Maar als we op de kamer arriveren, worden we helemaal gelukkig. De badkamer is enorm, de kamer groot en de bedden liggen vol met kussens. Hier houden we het wel twee nachtjes vol.



Voor het avondeten kan ik wel een reward inleveren en we genieten van een uitgebreid buffet. Daarna trekken we ons terug op de kamer en proberen we wat uit te buiken. San heeft daar niet zoveel moeite mee, maar ik heb natuurlijk veel te veel gevroten en moet dat bekopen met buikpijn. Ik vind mezelf heel zielig en San kan me alleen maar uitlachen. Afzien joh!

zaterdag 19 september 2015

Dutchies in Bishop



Voor vandaag stond de langste rijdag op het programma. Flink kilometers maken dus. Tijdens onze eerste reis hebben we een aantal dingen overgeslagen die normaal wel in zo'n eerste reis 'horen'. De route van deze dag overlapt deels met de reis van toen en we maakten daar blij gebruik van.

De eerste drie uur hebben we lekker doorgereden. Af en toe even een pitstop en dan weer rap verder. Als eerste echte stop stond Bodie op de agenda. Om daar te komen moet je een flink stuk over een dirtroad rijden en toevallig zat ik achter het stuur. Hoppa! Dat kan ik ook weer afvinken!
Met de plattegrond in onze hand wandelden we door deze ghosttown en we gingen dik honderd jaar terug in de tijd. Heel interessant om te zien hoe de mensen toen leefden.Tijdens de wandeling kwamen we de eerste Nederlanders tegen. Toch grappig, zo ver van huis.




Op de weg terug ging San achter het stuur zitten en zo hobbeldebobbelden we weer terug naar de geasfalteerde wegen van nu. Tweede stop was Mono Lake. Hier zijn we vijf jaar geleden zo voorbij gezoefd. Geen idee waarom eigenlijk. Mono Lake is een groot zoutwatermeer waaruit zogenaamde tufa's omhoog steken. Ik heb er al vaak mooie foto's van gezien. Bij de parkeerplaats aangekomen, gooiden we de entree in een envelopje in een paal en wandelden we de boardwalk af. Onderweg stonden steeds borden waarop aangegeven staat hoe hoog het water zoveel jaar geleden stond. Kennelijk is het in de afgelopen jaren ook nog enorm gezakt, want we zagen nog maar amper tufa's in het water staan. Maar het blijft zeker wel een apart gezicht. Op de parking kwamen we weer Nederlanders tegen. Twee keer op een dag; dat is echt bijzonder!





Derde en laatste punt was de Hollandse bakkerij in Bishop. Destijds gesticht door een Nederlander en kennelijk een grote hit hier in dit plaatsje. We keken binnen onze ogen uit. Allemaal Hollandse dingen lagen in de schappen. Van Wilhelmina pepermunt tot stroopwafels, speculaas en real Dutch spritz cookies. San was druk foto's aan het maken en bij de laatste die hij maakte, kreeg hij opeens te horen: "No pictures please". San zegt "too late" en banjert zo de winkel uit. Mijn held!






Diezelfde held had een half uur daarvoor vrolijk ghostpepper sauce op zijn hotdog gespoten. Na de tweede hap schoten de vlammen uit zijn oren. Ik heb hem nog nooit zo snel zijn bier op zien drinken. Ook mijn water moest eraan geloven en toen ook dat op was, heeft ie de rest van zijn broodje laten staan. De worst ging natuurlijk wel naar binnen, want daar hebben we voor betaald. We blijven Hollanders tenslotte.